woensdag 7 september 2016

Rozegeur en maneschijn

Soms, hang ik wat achterover, stoel op de 2 achterste pootjes, je kent dat wel. Dan denk ik na, dan denk ik na over het leven. Over rozegeur en maneschijn.
Als je nog heel jong bent, moet alles eigenlijk vooral rozegeur zijn. Of je moet overmatig poepen of er hangt een ander luchtje aan je gezondheid. Dan zal het tijd voor maneschijn zijn. In ieder geval, als je nog héél jong bent en je bent nog onder de hoede van je ouders, dan zal alles rozegeur zijn. Je ouders behoeden je voor de maneschijn, zo goed als ze kunnen. Of ze laten het oogluikend toe, óók zo goed als ze kunnen.


Of dat goed is? Ik weet het niet. Ik weet inmiddels wèl, dat aan elk voordeel een nadeel kleeft en aan elk nadeel een voordeel.  Een soort van ying en yang dus. Evenwichtigheid. En als je het over evenwicht hebt, hoe houdt je dan rozegeur en maneschijn met elkaar in evenwicht? Hoe bepaal je het gewicht van een voordeel ten opzichte van het bijbehorende nadeel? Want een voordeel mag best zwaarder wegen dan het nadeel, op een bepaald moment. Net zoals dat een nadeel zwaarder mag wegen dan een voordeel, óók op een bepaald moment. Welnu, dat bepaalt ieder voor zichzelf óf dat wordt voor je bepaald. Je gaat dan een bepaald pad op en dat mag jij dan weer rechtbreien wanneer jij je niet 'senang' voelt op dat pad.


Het woord 'senang' zag ik laatst ergens op een ondertiteling. Dan vraag ik me af, wie die zin vertaalt heeft. Iemand met Indische roots? Want net als pisang of ketjap (niet te verwarren met 'kút jap') is senang een woord uit het Maleis, overgekomen uit het Koloniaal tijdperk. Toen het Voormalig Nederlands Indie nog bij Nederland behoorde (rond 1600), daarvóór was het in Portugese handen (rond 1500) en weer dáárvoor deelden de Arabieren de lakens uit. Ja, de eilanden , ínclusief de Molukken, waren toen zeer rijk en werden mettertijd leeggeroofd door diverse volken, waaronder het hedendaagse Nederland verenigd in het toenmalige VOC.


Iedere rechtgeaarde Nederlander kent waarschijnlijk niet de eigen geschiedenis (het zij hem/haar vergeven want domme mensen tref je overal ter wereld aan) maar de uitdrukking 'Je bent de pisang' oftewel 'Je bent de pineut!' moet hij/zij kennen. Waarom in dit geval voor een pisang is gekozen weet ik niet. Kennelijk hield iemand niet van pisang. Net zoals ik niet van spruitjes houd.


Maar goed, rozegeur en/of maneschijn. Ik heb kanker. Uitgezaaide kanker. En das geen rozegeur. Maar ook niet altijd maneschijn. Er moet dus een soort van evenwicht zijn in het hebben van kanker. Wat dat is? Dát weet ik ook al niet. Maar, ík ga daar achterkomen. Of ik nu wil of niet. Ik ga in situaties komen waarin ik het voor- en nadeel moet gaan afwegen. Een evenwicht moet bepalen waarbij ik me 'senang' moet gaan voelen. Dat zal een hele opgave worden. Ga ik dat alleen doen?


Welnee, iedereen die betrokken is gaat er (on)bewust aan meewerken. Iedereen, of je wilt of niet, laat een indruk achter. Waarvoor dank. Díe door jou achtergelaten indruk vormt de basis voor mij, om een bepaalde situatie te verwerken.  En dat kan rozegeur en/of maneschijn zijn. Het evenwicht, echter, bepaal ikzelf, binnen míjn kader. Met andere woorden. Ik ben dééls het product van datgene wat júllie achtergelaten hebben (die indruk weet je nog).


Er is nóg een Nederlands spreekwoord: Wie wind zaait, zal storm oogsten. Dus, wie zal het zeggen, is díe wind joúw wind of die storm joúw storm. Vraag niet naar de bekende weg, maar onderneem een poging een nieuw pad te vinden. Dat is/wordt een uitdaging.  Succes en het ga U goed. ;)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten