donderdag 28 juli 2016

Stemmingswisselingen


Stemmingswisselingen. Heb ik er last van? Nou niet echt. Heeft mijn (directe) omgeving er last van? Nou, echt wel. 

Het schijnt, of beter gezegd, ik wèk de schijn dat  ik zo af en toe niet te genieten ben. En als ik mezelf zo eens naga, zou dat best kunnen kloppen. Soms heb ik het gevoel, dat ik er niet meer bij hoor. Soms ook heb ik het gevoel dat ik tot last ben, een blok aan het been of daaromtrent.





Bij dat laatste, dat blok aan het been, dáár (ook) heb ik wel een beeld bij. Dat van een vredig kabbelend beekje. Je kent dat geluid van kabbelend water wel toch? Zo'n geluid dat je na wilt bootsen in je tuin. Door een watervalletje ofzo. Ikzelf, ben niet verder gekomen dan het geluid van een zatte piesende kerel in een slootje. Daar word je ook niet echt vrolijk van. Natte schoenen krijg je ervan.



Welnu, dat vredig voortkabbelend water in dat beekje vindt opeens een kei in de weg. Hoewel opeens... het is een voortschrijdend proces maar dat water ziet die kei opeens voor de eerste keer. Het valt'm dan pas op.



'Eej Kei! Gaat's aan de kant!' roept het water. De kei hoort dat wel maar heeft geen pootjes en geen armpjes. Dus hij probeert met alle mogelijke kracht zich aan de kant te werken. Die pogingen mislukken falikant. Het water kan niet anders dan bovenop die kei te kletsen, zich te splitsen (dat kan, tis water he), en zich om die kei heen te wurmen. En zie, een volgende kei ligt in het water. Het water herhaalt de procedure.





Nu ís het zo, dat de ene kei de andere niet is. Zo is ook de omgeving per kei verschillend. Met andere woorden. Omgeving en kei zijn een uniek gegeven voor het water.





Het is óók zo dat die keien niet het water in zijn gekropen. Zeer waarschijnlijk zaten die keien al in de grond. Al ver voordat het beekje een beekje werd. Het vredig voortkabbelend water van het beekje heeft zich, in de loop der tijden, steeds dieper de grond in gesleten. Het heeft het zand om de keien weggespoeld en zodoende de keien bevrijd. Maar nu vormen de keien hindernissen. Zo'n kei voelt zich in eerste instantie, natuurlijk,  bezwaard. 'Sorry water!' zegt de kei 'Maar ik kan niet weg. Je zult om me heen moeten' . 'Geeft niks kei!' zegt het water 'Ik vind het wel goed eigenlijk. Want door jouw aanwezigheid wordt dit beekje mooi. Door jouw aanwezigheid ontstaat er leven in het beekje. Kijk maar onder je, daar wonen rivierkreeftjes. En zie, daar in de luwte, daar zit een mannetjesvis te sjansen met een vrouwtjesvis. Die willen zo ff kuit schieten, wedden?' zegt het water met ondeugende oogjes. 'Het is maar goed dat je me afremt, kei' gaat het water verder 'want daardoor krijgen fauna en flora de tijd en rust om zich thuis te voelen in de beek.'





Met dit verhaal in het achterhoofd bedenk ik me dat het zo slecht nog niet is. Die tumor heeft van mij een kei gemaakt. Daardoor krijg ik een soort van rust. En die rust, is voor ànderen een welkome gift. Zij maken even pas op de plaats. Gaan dan verder, maar vergeten zullen ze me niet. Konstant aan me denken is niet aan te raden, maar zo af en toe.... Want jullie gaan er meer op je weg tegenkomen. Mensen zoals ik :p





Wat wil ik hiermee zeggen?
Je bent altijd, wie je ook bent, wat je ook bent... je bent ALTIJD een voorbeeld voor een ander.
Soms een voorbeeld voor de ander om zó te worden zoals jíj bent. Soms een voorbeeld van hoe de ander pertinent NIET wilt zijn. Maar een voorbeeld, een voorbeeld zal je altijd zijn.





Dus laat me maar ff genieten, van MIJN stemmingswisseling :P

Geen opmerkingen:

Een reactie posten