Er zijn van die dagen, dan wil ik in het gras liggen, naar boven kijken. Naar die witte wolken en diepblauwe hemel daarachter.

Vrees voor m'n tumor heb ik niet. Dus ik heb geen tumorvrees. En juist voor die tumor moet ik vrees hebben. Want die tumor kan een einde maken aan mijn leven. Dan heb ik in ieder geval geen hoogtevrees en/of dieptevrees meer.
Als ik later een engel ben (want dat word ik) dan kijk ik niet richting hemel, naar boven dus. Want dan val ik van mijn wolkje. Nee, ik kijk naar beneden. Als ik al kijk. En heel af en toe zweef ik naar beneden. Om iemand tegen z'n of heur kop te tikken. Gewoon. Dat is leuk. En dan haast ik me weer naar m'n wolkje en speel wat op m'n harpje. Of fluitje. Of ukelele, En dan denk ik, een beetje weemoedig aan die dagen dat ik op m'n rug kon liggen. In het gras. Als levend mens. Naar boven turend. Misschien heb ik als engel helemaal geen hoogtevrees meer, of dieptevrees. Ik heb die vleugels niet voor niets op m'n rug :p
Geen opmerkingen:
Een reactie posten