Iedere (top)sporter weet wat dat is: Kapotzitten. Iedere (top)sporter weet ook, dat dit 'kapotzitten' van tijdelijke aard is. Vandaag zit je kapot, morgen ben je kei fit. Wanneer je kapotzit ga je je krachten verdelen, je ambitie(s) verlagen en je komt de dag wel door. Niks aan de hand. 'sAvonds gun je lijf en geest de nodige rust en je de krachten komen terug. Als vanzelf.
Ik heb in mijn leventje veel gesport. Ik heb aan judo gedaan, heb gevoetbalt en gewielrent. Elk jaar zat ik wel 'n keer kapot. Dan had ik voor mijn gevoel een stel elastieke benen onder m'n kont. Ook koude zweet en een leeg gevoel in mijn maag. Ik kreeg dan ook steevast halucinaties. Ik zag een bord friet met halve haan en doperwtjes mèt mayo! Waarom dat? Ik zou het niet weten maar weet wel dat het keilekker is!
Waarom zeg ik dit allemaal. Ik zeg dit omdat een (top)sporter en een niet meer te genezen zieke veel meer met elkaar gemeen hebben dan zij wellicht zullen denken. Wat kapotzitten betreft dan hè.
Het verschil zit'm hierin. Een sporter weet (uit ervaring) dat dit kapotzitten van (zeer) tijdelijke aard is. Het gaat een keer over. Een niet meer te genezen iemand zit ELKE dag kapot en hij/zij weet ook dat het morgen weer zo zal zijn.
Wanneer ik een sporter zou zijn, en ik zou nu kapotzitten, en ik wéét dat ik morgen weer kapotzit, en overmorgen en de morgen daarna en alle volgende morgens. Dan zou ik zo sporter af zijn. Dan ga ik puzzelen ofzo. Die keuze heb ik als sporter. Als niet meer te genezen mens heb ik die keuze niet. Morgen komt, overmorgen komt en weet ik hoeveel morgens er nog meer aan zitten te komen. En èlke dag ga ik kapotzitten. Dat weet ik nu al. Dat weet ieder niet meer te genezen zieke. Ja, ik heb ook een keuze, maar ik kies voor het leven.
Daarom ook, moet iedere patient goed naar zijn lichaam en geest luisteren. Hij/zij moet aanvoelen wanneer en hoelang hij moet rusten. Om krachten op te doen voor de volgende periode vóór het nieuwe kapotzitten eraankomt.
Iedere sporter heeft zo zijn medisch team achter zich staan. Een niet meer te genezen mens ook. En dat team moet verteld worden waar het knelpunt zit. Waar en wat zij moeten en kunnen doen om jou, als niet meer te genezen mens, van dienst te kunnen zijn.
Vergelijk het maar met Formule 1. Een rijder moet het technisch team vertellen wat de bolide niet doet of beter moet doen. Doet hij dat niet, zal er niks veranderen aan de bolide en zal het doen wat het tot dusver deed. Niet meer, misschien wèl minder :)
Ook een (niet meer te genezen) mens moet het medisch team vertellen waar het hem schort. Want hij kent zijn lijf en weet wanneer een pijntje erbij hoort en wanneer niet. Een (niet meer te genezen) mens moet dus assertief worden/zijn om kapotzitten te voorkomen of te verzachten.
Zoals ik in het begin al zei: Eén keer per jaar zit ik kapot. Wanneer en hoelang weet ik niet. Maar het zit gewoon in het vat. Je voelt dat aankomen en je weet wat je eraan kunt doen om het leed te verzachten. Maar nu, als niet meer te genezen kankerpatient, nu ga ik elke dag kapotzitten. Echter, ik weet nu wanneer ik moet rusten. Alleen het hoelang is nog een vraagteken. Vaak is het 'n uurtje, een hazeslaapje wordt ook weleens gezegd. Ik hazeslaap wat af hoor!
Ik heb ook de discipline om te rusten. Want ik weet, vroeg of laat komt de rekening, en je kunt maar beter op die blauwe envelop voorbereid zijn. Anders komt de man met de hamer en die slaat je keihard op je kop. Daar zit je dan, kapot mèt hoofdpijn.
Vreemd genoeg ga je ook wènnen aan kapotzitten. Het hoort er voortaan bij. En zolang je niet gaat wanhopen en piekeren zitten er ook voordelen aan. Je wordt wat verwend. "Anja! Koffie!" "Hoe bedoel je, pak zelf maar!" "Nonde*&%^$E.....ok...ik doe het zelf wel! " :P
Geen opmerkingen:
Een reactie posten