Voor de FUN moet je 't doen, hoor ik regelmatig. Dat competitieve moet er af. Vooruit dan maar. Maar, vergeet niet, juíst door dat competitieve, komt bij mij de fun hè! Als ik niet kan winnen, is voor mij de fun ver te zoeken. Als je dát maar weet. Bovendien, ik weet het, die fun is gewoon een kwestie van instelling. Ík heb al gewonnen wanneer ik aan het rondje begin. En je weet: Verliezen kan ik niet, net zo min als je van mij kunt winnen want, kijk's goed: Ik hèb al gewonnen :p
Maar goed. Dit terzijde. Mijn rondje nu. Ik noem het: 'de Krul van de Duivel'. De moelijkheid zit'm hier in. Op een gegeven moment, moet je versnellen. Sprinten zo U wilt. Het viaductje op, bovenop de A50. Meteen daarna moet je zo'n 2 à 3 kilometer de snelheid vasthouden. Dat laatste, je rijdt dan zo'n 35 in 't uur, is dan best wel een opgave.
Nu hield ik het eerst nooit bij. Dat trainen van me. Ik won immers de meeste sprintjes? Maar nu, met die kanker en zo, nu wil ik het gaan bijhouden.
'Dat moet je in Strava doen' zei ons Mike beslist. 'Want dan,' vervolgde hij (ons Mike), 'dan kan je zien of je vooruitgang boekt. En wat leuk is, je kunt ook zien wat anderen op de totale rit of een gedeelte ervan, hebben gereden.'. Ok, dat lijkt me best wel FUN. Chilluhh voor de jongeren onder ons ouderen.
Aldus heb ik dus mijn eerstvolgend ritje op de Krul vastgelegd, in Strava, en zie: Dáár waar gesprint werd, stond ik op de 1154e(!) plek. Achter een of ander vrouwke. Dáár gaat de fun! Een plek bij de 1e 3 had ik niet verwacht, maar 1154e! Gek genoeg is dát nu weer de drijfveer. Ik laat me weer gek maken.
De testosteron vliegt m'n oren uit! Testosteron! Ho 's ff. Testosteron is toch díe voedingsbodem voor m'n tumor?
Rustig aan sprinten dan maar, zonder al teveel agressie. Tis tenslotte tegen een virtuele tegenstander. Ik ken'm niet eens. Maar toch, 1154e plek.... dat hoeft voor mij niet. Ik kan mezelf niet eens terugvinden bij de 1e 10 in het rijtje! Dus voorlopig sprint ik tegen mezelf. Is ook leuk hoor. Alleen kan ik mezelf niet zien, horen of voelen. Ik kan mezelf alleen in gedachten (of dromen) uit het wiel rijden en zo stiekem mogelijk opschakelen. En dat met een lach, en een traan. Want niemand, vooral m'n tumor niet, mag weten dat ik testosteron aan het opsparen ben.
En dan exploderen! Of nee, gewoon geleidelijk aan versnellen. Exploderen betekent het verbranden van een hoop testosteron in een fractie van een seconde. En dát laatste, wil ik vermijden. Dus, zo geniepig als maar kan wat testosteron opbouwen en dan zo geleidelijk mogelijk van die testosteron afscheid nemen. Dát is het recept, wanneer ik, op dit moment, van mezelf wil winnen.
Mezelf kan ik wel voor de gek houden, maar die lilleke agressieve tumor van mij??